Vandeau

Facebook

Ludo

FRF_Actualite.html

contact : info@ludovandeau.be 

© Ludo Vandeau 2013

ENE_Actuality.html

“Zingen geeft diepte aan je leven”


Ludo Vandeau over zijn nieuwe cd



Op zijn eerste solo-cd, ‘Au Gré du charme’,

omarmt Ludo Vandeau als vanouds poëzie, melancholie en zachtheid. In het Frans. Het is muziek voor zorgvuldige luisteraars, fijnproevers, romantische zielen. “Chansonniers hebben me geleerd naar het leven te kijken, en het te begrijpen”.


Als Ludo Vandeau écht van zijn muziek had willen leven, had hij beter een andere uitrit gekozen. Maar liever bewandelt hij trouw zijn eigen pad. “Ik blijf ook lesgeven aan jongeren, dat houdt me met beide voeten op de grond. Ik wil niet enkel een publiek dat me als zanger bewondert, het is goed om af en toe ook op je bek te gaan”.


Met zijn trouwe muzikanten betreedt hij vele podia: in ons land, in Frankrijk en in Italië, in huiskamers en tuinen, in scholen ook. “Het is leuk om veel live te spelen, ik neem veel opdrachten aan”.

Toch was er een tijd dat hij nog veel meer concerten in zijn agenda had. Met Ambrozijn (folk), met Olla Vogala, (wereldmuziek), met zijn eigen groep Bodixel, met vele muziek- en verhaalprojecten.

“Het zijn andere tijden”, geeft hij toe. “Tot voor een paar jaar was je als muzikant verzekerd van je plek in alle culturele centra, ook de radio legde dit soort muziek meer in de watten. Maar je kan nu niet op café zitten wachten tot ze je herontdekken. Het is meer knokken. Je muziek promoten, veel mensen aanspreken, rondbellen- en –mailen. Maar dat is ook goed, het houdt je wakker.


Muzikanten moeten leren werken om een optreden te krijgen.”

En ja, dat hij in het Frans zingt, heeft er ook mee te maken. Je moet al een grote naam hebben (Arno, Stromae, Daan, Axelle Red) om daar zomaar mee weg te komen. En ondanks die kleppers ligt deze taal de laatste jaren toch wat ondergesneeuwd in onze contreien. Dat heeft niet enkel met politiek te maken, maar ook met de hegemonie van andere talen in de media, het Engels op kop. “Niet dat Frans niet gedraaid wordt op de radio, maar het mag voor mij allemaal toch wat breder, zowel qua talen als qua muziekgenres”.



Jij kiest al langer voor het Frans. Waarom?


Ludo Vandeau: Frans zit in mijn genen. Mijn moeder, die overigens ook zong, bracht haar jeugd door in Wallonië. Het Frans kwam thuis automatisch bij ons binnen: via chansons, via televisieprogramma’s. We spreken over de jaren ’60, het Frans was toen nog heel gewoon, er ging geen politiek mee gemoeid. Ik kreeg het mee in de jaren 70 – de beste jaren…We waren toen nog ‘Belgen’, des copains, het laatste decennium zijn we ‘Vlamingen’ en ‘Walen’. We vertrekken nu veeleer van wat ons onderscheidt dan van wat ons bindt. Maar waarom focussen op de taal? Het lijkt ondertussen altijd alsof je een politiek statement wilt maken als je in het Frans schrijft of zingt. Dat is natuurlijk onzin. Het Nederlands of het Engels zijn niet meer of minder waard dan het Frans. Ik zing trouwens ook in het Nederlands, bijvoorbeeld bij huiskamerconcerten. Ooit maak ik wel eens een cd in het Nederlands. Maar als zanger, als muzikant, als mens ga je op zoek naar de taal waarin je hart klopt, waarin je het beste kunt uitdrukken…

‘Zoek de taal die je het beste ligt’, zeg ik ook vaak tegen mijn leerlingen. ‘Ga er niet meteen van uit dat dat het

Engels is. Misschien is er wel een andere taal die beter bij jou past, waarin je meer openbloeit.’

Het Frans is wat ik thuis veel hoorde, waar ik nu in droom en reis (samen met Italiaans), het is mijn moedertaal geworden, de taal waarin mijn hart klopt. Die taal neemt het soms over en geeft je leven vorm en inhoud. En ja, het is een muzikale taal, een romantische taal. 



Met je schoolconcerten neem je leraren Frans en hun leerlingen mee op die reis. Je haalt er oude chansonniers en populaire Franse liedjes vanonder het stof. Toch een soort promotie voor deze taal en cultuur?


Vandeau: Waarom niet? Het is altijd goed om beter Frans te spreken, gewoon al omdat dat leuk is.

In België hebben we geluk: drie talen en dan nog al die culturen en andere talen die bij ons over de stoep komen. Ik ben zelf fier op ons Vlaams cultureel erfgoed, maar ik wil daar niet verkrampt over doen. Vlaanderen is toch groot geworden precies doordat het zoveel contacten had en heeft met andere culturen. Waarmee ik niet ontken dat de multiculturele samenleving een moeilijk iets is. 

Maar laten we al deze talen en culturen in de eerste plaats omarmen. Laten we aanvaarden dat er Vlamingen zijn die Frans spreken, Vlamingen die Engels spreken, Vlamingen met andere feestdagen, Vlamingen met joints en rastakapsels, Vlamingen met worst en appelmoes, en Vlamingen die hun eigen cultureel erfgoed niet kennen.


Hoe is bij jou het ‘zingen’ begonnen?


Vandeau: Soms weet ik dat niet goed. Het is iets wat groeit en ineens wordt het een belangrijk deel van je leven. Ik had ouders die muziek in de opvoeding binnenbrachten, ik had broers en zussen die ook muziek maakten, en ik had het talent om te zingen. Als je een stem hebt die aanslaat, heb je geluk. Dat is geen talent dat uit het niets komt, dat is arbeiden, falen en zweten. En als je liederen kan schrijven en vertolken, is dat ook een geluk. Daar moet je dankbaar om zijn. ‘Zingen maakt je tot een harmonieuzer mens’, hoorde ik ooit iemand zeggen. Een even mooie als ware uitspraak. Als ik me wat minder voel, ga ik zingen. Het geeft diepte aan mijn leven. Daarnaast doet het je ook afstand nemen van je eigen gevoelens, zodat je anderen kan raken. Maar misschien klinkt dit allemaal wat religieus (lacht).



Jouw favoriete thema is de liefde, in de ruime zin van het woord. Daarover lijkt een zanger nooit uitverteld.


Vandeau: Vooraf heb ik geen cd-concept, toch blijken alle teksten achteraf rond hetzelfde thema te cirkelen. Ik denk dat ik op dit vlak niet anders ben dan anderen. Iedereen beleeft toch hetzelfde? Sommige thema’s lijken doodgeknuffeld, tegelijk is de liefde misschien het enige waar we nog iets zinnigs kunnen over zeggen. De rest is al lang ingepalmd door de commercie.

‘What doesn’t kill you, makes you stronger.’ Je kent die stoere boutade. Wijlen Luc Devos, ook een religieuze mens, draaide dit om. ‘Misschien is het enkel de liefde die ons sterker maakt’, zei hij. Ik ben het daar helemaal mee eens. Zo verwoord ik het althans ook voor mezelf.



Bij jou gaat het vaak over onvervulde liefde, verlangen, je lijkt vaak ‘à la recherche du temps perdu, de la femme perdue, du lieu perdu’ zelfs.


Vandeau: (lachend) Nostalgie, melancholie, verlangen: het zit allemaal in mijn liederen, dat klopt. Sommigen zeggen dat het ook te maken heeft met het timbre van mijn stem.

Ik heb wel geen melancholie in een ziekelijke vorm. Ik ben niet het soort artiest dat zit te lijden aan de wereld, als ik al een artiest ben. Ik ben een melkboer die liedjes maakt en zingt. Ik wil iets doén. Iets maken van dit wondere leven. Sporen trekken en nalaten. Mijn melancholie is misschien een verlangen naar een tijd die ik niet heb meegemaakt. Of net wel. Dat is ook ouder worden: herinneringen verzamelen, blij zijn, pijn hebben, het is een groot geluk dat we ons dingen kunnen herinneren. Geluk is een herinnering, een manier van zijn. Je kunt de wolken niet meten, maar met een gedicht, met een lied, met woorden kan je iets proberen vastzetten wat toch verder gaat. In de realiteit krijg je geen vat op wat voorbij is. Het ontsnapt je. Dat is onmacht, maar ook goed. Het is ook de dood een hak zetten.


Liederen maken, zingen is ook een manier om dingen te zeggen die je anders niet makkelijk over de lippen krijgt?


Vandeau: Als je zingt en schrijft, ga je dingen beter bevatten. Van negatieve ervaringen kan je het slechte laagje eraf krabben. En je kan nieuwe dingen scheppen, je maakt het leven poëtischer en mooier dan het soms is. Iedereen heeft er toch nood aan om zijn of haar gevoelens te uiten. En, dan zijn we weer bij de taal, in het Frans kan ik mezelf verstoppen, kan ik dingen poëtisch verwoorden, kleuren mengen, stelling innemen.



Jouw liederen ademen je eigen roots, Vlaanderen, België, maar ook Frankrijk. Wat heb je met dat land?


Vandeau: Veel Vlamingen hebben iets met Frankrijk. Je kan je inderdaad afvragen waarom. Zijn het de weidse vlakten, de ‘oudheid’ die er hangt, de cultuur van het genieten? Frankrijk maakt iets in ons wakker, net zoals andere zuiderse landen dat doen. Toen ik jong was, reisde ik wel vaker met de trein naar Rome. Het onderweg zijn door Frankrijk, met al die diverse landschappen: misschien is daar iets van blijven hangen. In Frankrijk lijkt overal muziek in te zitten: in de natuur, in de mensen, in het eten, in de drank, in de stilte, in de kerken en gebouwen. En dan nog al die stranden, al die zee, die oneindigheid. Er is ook veel liefde voor het patrimonium. Denk maar aan een televisieprogramma als ‘Des racines et des ailes’: elke week wordt daar een eigen streek uitgekamd. In Frankrijk kan je je hele leven op reis blijven gaan. Alles wat me bezighoudt, vind ik zelf in Frankrijk en in die taal.

Wat niet betekent dat ik niet aan Vlaanderen verknocht ben. Qua kunst en cultuur hoeven we niet onder te doen, maar alles is hier wel goed volgebouwd. En er zijn te veel regels. En teveel verzuring.



Dat brengt ons toch even concreet bij de nieuwe cd. ‘Au gré du charme’.

Een dozijn eigen liedjes. Hoe ontstaan die?


Vandeau: Liedjes komen vaak aanwaaien. En daar moet je dan goed en lang aan werken, schrappen, vertalen, herwerken, en soms weggooien. Soms begint een tekst met een zin die je ergens leest, die blijft haken en je op een idee brengt. Dat kan over een zondag gaan, over de lente, over je eigen grootmoeder. Daarnet zag ik twee mensen voorbij komen waarmee ik ooit aan de praat geraakte. Ze zijn al heel lang samen, hebben een hele geschiedenis samen. Dat zou me brengen bij een lied over samen ouder worden.

Vaak graaf ik diep in mezelf. ‘La Mer du Nord’ bijvoorbeeld. Wellicht zit daar een invloed in  van mijn eigen jeugd in Hamme, aan de grijze Schelde. Zo’n dingen zitten onder je huid en komen veel later terug in iets dat je schrijft.

Het gaat ook heel erg over hoe we als Vlamingen zijn: we zijn koele kikkers, toch zoeken we de zon en elkaar op. Het gewone spreekt me aan, de dagdagelijkse mooie en liefdevolle dingen. Ik wil geen grote boodschappen meegeven, ik wil verhalen vertellen, mensen raken, een venster openen.

Ad (Comminotto, producer) heeft me wel geleerd dat in mijn teksten moet schrappen. Dat maakt ze sterker. Aan de cd hebben we enkele jaren gewerkt, en er is een hele evolutie afgelegd, soms van het hermetische chanson naar filmische liederen zoals ‘Femme’. Ik ben daar heel blij mee. Een last is van mijn schouders gevallen.


Schrijf je je teksten onmiddellijk in het Frans?


Vandeau: Nu wel, maar ik laat ze wel corrigeren door een kenner.



Je hebt ook drie covers opgenomen, niet van de minste: Barbara, Brassens, Moustaki.


Vandeau: Ja, met dat van Brassens (‘Il n’ y a pas d’amour heureux’) heb ik in Orange (Zuid-Frankrijk, adw) een prijs gewonnen… Leuk hé. Bestaande chansons leren me naar het leven te kijken. Ik zie iets wat de ander zingt of verwoordt. Ik kom dingen tegen die ik zelf ervaar. Die liederen geef ik graag door, maar dan op mijn manier, ik ben een interprète, ik wil mijn klauw en ziel in de liederen haken.


Je cd is uit bij Wild Boar, een klein label.


Vandeau: Ik heb de cd afgewerkt in Studio Fandango bij Dirk Lekenne (Boutersem). De distributie doet Wild Boar Music. Grote labels laten dit genre teveel links liggen, ze nemen liever geen risico’s. Ze zien vooral de onmogelijkheden, terwijl ik uiteraard vooral de mogelijkheden zie. Hun argument is ook dat artiesten als ik beter gebaat zijn bij een kleiner label. Ik vind dat niet. In elk geval: aan de wetten van de markt valt nog altijd niet te ontkomen. Er is een gebrek aan durf in die markt. Maar ik doe koppig verder.



Annelies De Waele

freelance journalist

Annelies@schrijfkat.be

www.schrijfkat.be